maandag 28 mei 2012

Klas 5- De wiskunstenaars of ’t gevluchte juffertje van Pieter Langendijk - verlichting

De wiskunstenaars of ’t gevluchte juffertje van Pieter Langendijk is representief voor de Verlichtingliteratuur.

Pieter Langendijk
Inleiding
‘Hei holla hei! Tryn, Griet, Neel, Klaar, holla!’ Zo begroet één van de karakters uit ‘De wiskunstenaars of ’t gevluchte juffertje’ van  Pieter Langendijk het publiek. De schrijver van komische kluchten en blijspelen word gezien als een classicistische toneelschrijver. Deze mening valt echter te betwisten en zo ben ik er dan ook van overtuigd dat dit toneelstuk meer kenmerken bevat van de verlichting dan van het classicisme.

Verlichtingliteratuur
Kern
Ik spreek hierboven over het classicisme en over de verlichting, zonder uit gelegd te hebben wat dat precies inhoud. Bij deze zal ik enige verklaring aan de begrippen geven. Het is echter wel moeilijk de twee stromingen uit elkaar te halen aangezien ze erg dicht bij elkaar liggen qua gedachtegoed. Natuurlijk zijn er verschillen, die zijn minimaal maar belangrijk en ga ik u nu vertellen.

Het classicisme is een stroming met vele regels betreffende de vorm van literaire werken. Regels die zijn toegeschreven aan poëzie en toneelspelen met de klassieke en de Franse auteurs als voorbeeld. Regels die ze stellen zijn onder andere ordelijkheid, duidelijkheid en streven naar volmaakte vormgeving. Belangrijk is ook het rationele denken en de actuele kwesties, wat voortkomt uit deze regels. Hierin overlapt de verlichting het classicisme. Rationeel denken, carpe diem, actuele kwesties en wetenschap kenmerken deze tijd namelijk. Een duidelijk optimisme droeg alles voort in de verlichting.

Carpe diem
Alhoewel mijn boek een toneelstuk is en eigenlijk toegeschreven zou moeten worden aan het classicisme, ga ik vanaf nu vertellen wat de verlichtingskenmerken zijn.
Ten eerste is het optimisme en het carpe diem duidelijk in door Pieter Langendijk naar voren gebracht. De hoofdpersoon en zijn geliefde willen hoe dan ook bij elkaar komen. Ze handelen niet met hun oog op het moment na de dood.
 ‘Ja, en wij zijn zo vast verbonden aan malkaar, dat maar alleen de dood die trouwe min kan scheien. ‘k zal u beschermen lief, hou moed, en wil niet schreien! Anzelmus, ‘k zweer, gij zijt zeer kwalijk onderricht, ik heb mij altijd wel gekweten in mijn plicht.’
 Er word tijdens de manier van doen en laten niet gedacht aan God en wat Hij zou accepteren. Alles waar ze aan denken is hun eigen leven op aarde, waarin zij samen gelukkig willen zijn. God komt niet één keer naar voren in het hele verhaal. Dat bewijst dat dit boek meer carpe diem, dan momento morti gericht is.

 Opvoeding
Een ondergeschikt, maar weldegelijk belangrijk punt uit de verlichting is de opvoeding. Ze proberen het volk dat nog in onwetendheid leeft op te voeden. Dit gebeurt op allerlei manieren. Dit kenmerk is weldegelijk terug te vinden in ‘De wiskunstenaars of ’t gevluchte juffertje’. Het boek bestaat namelijk uit twee “verhaallijnen” die bij elkaar worden gebracht om er een lopend geheel van te maken. Het verhaal van de wiskunstenaars probeert het publiek op te voeden en het deel over ’t gevluchte juffertje geeft alles een reden om het boek te lezen.

 Rationalisme
Het derde argument is het rationalisme en de wetenschap. Dit beheerst het gehele boek. Echt te benoemen is het op het moment dat twee doctoren bekvechten over het sterrenstelsel. De een is er van overtuigd dat de aarde om de zon draait en de ander is overtuigd geraakt van het tegenovergestelde. ‘Wel, met dit argument zyt gy terstond bekaaijd. De zon, die groter is, dan de and’re hemeltekenen, en zo veel duizend myl van ’t  aardryk, als wy rekenen, vloog tieenmaal sneller dan een pyl vliegt uit een bog. Ja kogel door de lucht, indien zy zich bewoog, Het welk onmoog’lyk is, en daarom moet zy blyven in ’t middelpunt.’
 Hierbij beredeneren ze beide met menselijk verstand, gebaseerd op waarneembare werkelijkheid en met een kritisch oog op eerdere bronnen over het sterrenstelsel. Dit alles is overduidelijk een verlichtingskenmerk.

Deze argumenten behoren, zoals eerder gezegd ook tot het classicisme. Verder is dit geen proza, maar een toneelstuk, wat ook tot deze klassieke stroming behoort. De kenmerken van de verlichten komen echter duidelijker naar voren en het toneelstuk volgt op een veel minder duidelijke wijze de standaard regels die temaken hebben met ordelijkheid, duidelijkheid en streven naar volmaakte vormgeving.

De wiskunstenaars of ’t gevluchte juffertje
slot
Over de kwestie of dit boek van Pieter Langendijk een classicistisch of een verlichtingboek is, zal voor altijd een discussie kunnen worden gevoerd. Beide kanten zouden kunnen worden verklaard en betoogd. Voor mij echter is het duidelijk verlichting. Het carpe diem gevoel, de opvoeding van de samenleving tot een welwetende en het rationalisme zijn namelijk in elk stuk van het toneelstuk terug te vinden. Daarom ben ik ervan overtuigd dat dit boek een boek uit de verlichting is.

1 opmerking:

  1. Hee Ilse,

    Een mooi, goed opgebouwd verslag. Goed, dat je ookal blijf twijfelen of het een classicistisch of een verlichtinboek is toch met duidelijke argumenten komt waarom het een verlichtingsboek is.

    Je betoog is goed gestructureerd en duidelijk vormgegeven

    BeantwoordenVerwijderen